Appelmoes groeit in een potje

Wat begon als een leuk idee tijdens haar werk op de BSO, heeft zich ontwikkeld tot een écht spel dat binnenkort verkrijgbaar is in de winkels. Nancy Aerts, pedagogisch medewerker op één van de BSO’s van MIK & PIW Groep, merkte op dat veel kinderen geen idee hebben waar hun eten vandaan komt. Of zeggen dat ze iets niet lekker vinden zonder te weten wat het is. Om hier verandering in te brengen, bedacht ze een leerzaam én leuk initiatief: het ‘Appelmoes groeit in een potje’ spel.

Educatief proefrondje

In de zogenaamde ‘proefrondjes’ laat Nancy de kinderen eten proeven wat ze voorheen nog nooit gegeten hebben. Zij ontdekte dat het kinderen vanuit thuis vaak niet aangeleerd is om te proeven. Proeven is volgens haar een must, maar het betekent echter niet dat de kinderen het ook lekker moeten vinden.

Kinderen zijn nieuwsgierig en tot veel bereid, maar als het niet wordt aangeboden, houdt het op. Via haar spel leert Nancy de kinderen kijken, praten en leren over waar hun voeding vandaan komt. Het doel is om zowel de kinderen als de opvoeders een stukje wijzer te maken op dit gebied. Bewustwording is belangrijk. Als ouders naar aanleiding van het proefrondje naar haar toe komen voor uitleg over bepaalde gerechten die ze voor de kinderen heeft gemaakt, is dat het mooiste compliment dat ze kan krijgen!

Samen innoveren

Samen met de Innovatiewerkplaats van de MIK & PIW Groep, Universiteit Maastricht en SuperFIT is het spel ‘Appelmoes groeit in een potje’ ontwikkeld. Spelenderwijs maken kinderen kennis met onbewerkte voedingsproducten zoals bijvoorbeeld de aardappel. Ze leren over de belangrijke voedingswaarden én wat er gebeurt met die voedingswaarden zodra het product verwerkt wordt tot bijvoorbeeld friet.

Laagdrempelig, leuk én leerzaam

Door het spel leren kinderen dat appelmoes echt niet in een potje groeit en dat een snoepbanaantje niet gezond is, ook al zit er het woord banaan in. De bedoeling van het spel is om 2 producten die hetzelfde zijn bij elkaar te zoeken. De één is de ‘groeiwijze’ en/of de ‘bereiding’, de ander is het product zoals het bij de kinderen bekend is. Op de achterkant van de kaartjes staat een korte uitleg en een quote die kinderen stimuleert tot nadenken en discussiëren. Tot slot wordt de vraag gesteld of dit product gezond, ongezond, of beiden is.

Maakt jouw kind ook gebruik van de kinderopvang van MIK of Spelenderwijs? Grote kans dat het dit spel al tegengekomen is!

De ontwikkelingen rondom dit spel staan niet stil. Wil je meer weten? Dan mag je mailen naar Nancy: [email protected]

‘Plat kalle’: tweetaligheid stimuleren in de kinderopvang

Onlangs bracht de NOS een bezoek aan KC Baeks Kompas in Beek om in beeld te brengen hoe de Limburgse taal binnen de kinderopvang van MIK & PIW Groep omarmd wordt.

Brigitte Lemmens, pedagogisch medewerker op het kinderdagverblijf van Baeks Kompas, liet hen weten dat zij zelf Nederlands spreekt, maar dat het Limburgs dialect echt haar ‘moederstaal’ is. “Zo is dat ook voor vele kinderen, dit resulteert vaak in hilarische Nederlandse zinnen met een Limburgs woord erin.” Het collectief ‘De Troubadours van de Toekomst’ stimuleert tweetaligheid en het spreken van Limburgs dialect door het inzetten van muziek en Limburgse liedjes op de kinderopvanglocaties.

Het nut van tweetaligheid

Bestuurder Raymond Clement van de MIK & PIW Groep vindt dialect spreken met jonge kinderen belangrijk. Het stimuleert tweetaligheid, blijkt uit onderzoek. “Dat betekent dat er een aantal hokjes en kastjes in je brein worden aangemaakt. Dat is handig als je straks andere talen gaat leren, zoals Frans of Duits. Niet onbelangrijk in deze grensstreek.”

Ook door ouders wordt de aandacht voor het Limburgs binnen de kinderopvang gewaardeerd, vertelt de moeder van een kind op de peuteropvang van het Baeks Kompas in Beek. “Ik vind het heel goed dat ze op de opvang extra aandacht hebben voor de Limburgse taal, want dat is deel van de cultuur hier. Mijn dochter wordt opgevoed in het Limburgs, we spreken thuis dialect. Voor haar is dat natuurlijker dan het Nederlands.”

Onderzoek

Wordt er wel genoeg gedaan om het spreken van dialect aan te moedigen? Dat controleerde de Raad van Europa onlangs in Maastricht. Ons Limburgs dialect is, samen met het Fries en Nedersaksisch, één van de drie streektalen in Nederland.

Het Meertens Instituut doet onderzoek naar taal in Nederland, zij hebben geconcludeerd dat nog maar bijna de helft van de Limburgers thuis dialect spreekt. Bijna 40 procent van de Friezen doet dat, en één op de 3 Drentenaren praat thuis Nedersaksisch. Het spreken van dialect neemt dus af, blijkt uit dit onderzoek. De hoogste tijd om hier in elk geval binnen de kinderopvang iets aan te doen!

_BT Clear
_BT Clear