Het Canadese leger in noordwest-Europa

Bijna een jaar na de invasie op Sicilië staat een tweede invasie op stapel. Waar de invasie plaats zal vinden is bij de soldaten nog niet bekend, maar al snel na vertrek wordt duidelijk dat Normandië de plek wordt waar een felle strijd moet worden gevoerd om voet aan de bodem te zetten in noordwest-Europa.

 

Het Canadese leger neemt JUNO-beach, een van de vijf stranden, voor haar rekening. Aan beide flanken (SWORD- en GOLD-beach) vechten de Britten, meer naar het westen (OMAHA- en UTAH-beach) de Amerikanen. Het wordt een fel gevecht, maar de Canadezen weten stand te houden en zelfs op enkele plekken als enigen hun voor de eerste dag beoogde doelen te halen. Ze vechten met de Britten iets ten noorden van Caen en dat wordt fel verdedigd door de Duitse troepen. Deze kunnen niet worden verslagen, maar wel zodanig onder druk worden gehouden dat de Amerikanen in het westen meer kans van slagen hebben. Deze breken na enige tijd dan ook door de Duitse linies en maken het voor de Britse en Canadese troepen mogelijk om ten oosten van Caen terrein te winnen. Bij Falaise wordt bijna een miljoen Duitsers ingesloten.

Na de overwinning in Normandië rukken de geallieerde troepen snel op. De Canadezen hebben tot taak om de kust te bevrijden en trekken naar het noorden. Plaats na plaats valt en wanneer de Britten Antwerpen relatief gemakkelijk veroveren komt Nederland in het vizier. Daar wacht de Canadezen de zware taak om Zeeland te veroveren. De Duitsers willen, na de verovering van Antwerpen, voorkomen dat deze grote haven kan worden gebruikt voor de bevoorrading van de geallieerde troepen. Grote delen van Zeeland komen blank te staan en het vlakke land is voor de Duitsers relatief goed te verdedigen.

 

In de winter van 1944 krijgen de Canadese troepen wat rust aan de Nederrijn. Tot grote gevechten en terreinwinst komt het dan niet meer. In februari komt het front weer in beweging. De geallieerde troepen vallen de Duitsers ten westen van de Rijn aan. De Canadezen trekken vanuit Nijmegen, door het Reichs- en Hochwald op richting Xanten. Wanneer de westoever is veroverd wordt de Rijn overgestoken en trekken de troepen noordwaarts. Rond begin april bereiken de Canadezen daar de Nederlandse grens.

 

Het oosten van ons land wordt relatief snel veroverd. Met grote snelheid trekken de Canadezen op naar de Waddenzee en sluiten zo de Duitse troepen in de Randstad af van aanvoer uit Duitsland en ontnemen hen bovendien de kans om terug te trekken om hun Heimat te verdedigen.

Na het veroveren van Zutphen en Deventer kan de IJssel worden overgestoken bij Gorssel en Velp. Voor Apeldoorn bieden de Duitsers hevig tegenstand, maar op 17 april breken ze daar ook de linies. Vaassen wordt die dag in de flank bevrijdt, maar de rest van de gemeente Epe moet nog even wachten. De Canadezen willen eerst doorbreken naar de Zuiderzee om zo de Duitsers in het noorden van de Veluwe af te sluiten. Op 19 april bevrijden de Canadezen, met steun van de Britse 49th RECCE (Polar bears) de dorpen aan de oostkant van de Veluwe.

 

Omdat er ook bij Olst mogelijk een Canadese oversteek van de IJssel zou plaats vinden, beveiligde het verzet de Klementbrug bij Heerde. De Canadezen zagen echter van deze oversteek af en het verzet had de pech dat ze door Duitsers werden overlopen. In deze laatste dagen leidde het nog tot het verlies van een aantal dappere mannen.

_BT Clear