VAASSEN KRIJGT EEN BEVRIJDINGSBOOM

Naar deze Koninginnedag had iedereen uitgekeken. Vrijdag 31 augustus 1945. Met de jarige koningin Wilhelmina weer in het land en de Duitse bezetter er voorgoed uit moest het een uitbundig feest worden. Dat werd het ook, maar niet volgens plan. De ochtendmist ging op de eerste na-oorlogse Koninginnedag geleidelijk over in een aanhoudend stromende regen, die pas tegen de avond afzwakte. Wat te doen? Op sommige plaatsen gingen de feestelijkheden gewoon door, dat wil zeggen, ze vielen in het water.

In Vaassen nam de Oranjecommissie een wijs besluit. Het feest werd een dag verschoven. Drie Vaassenaren Brouwer, Schilder en Westhof stonden zaterdag 1 september met de schop klaar om een bevrijdingsboom te planten. De Oranjecommissie had gekozen voor een plek in het stationsplantsoen, dan stond de bruine beuk goed in het zicht. Nadat de wortels van de jonge beuk stevig aangestampt waren, begonnen de volksspelen. Vaassens Fanfare was van de partij, er was een estafetteloop georganiseerd. Op de drassige feestweide werd een potje voetbal gespeeld. De gekostumeerde voetballers gingen voortdurend onderuit en natuurlijk vergrootte dat het plezier. Vaassen bewaarde het lekkerste voor het laatst: de hakenkruisvlag ging in de fik. Daarna zong de menigte het Wilhelmus. Uit volle borst, dat spreekt vanzelf.

De vrijheidsboom groeide voorspoedig, maar was nog niet af. Vaassen telde vlak na de oorlog nog zeven smedenpatroons. Afgesproken was dat iedere smid het symbool van de vrijheid zou vervolmaken door toevoeging van een ornament naar eigen keuze. Voor de nationale viering van de bevrijding had onze regering gekozen voor 5 mei, de dag van de capitulatie. Omdat 5 mei 1946 op een zondag viel, werd de plaatsing van het hek rond de boom uitgesteld tot 1947. Hieraan hebben alle Vaassense smeden meegewerkt met hulp van de metselaar en de timmerman. Maar, het verhaal wordt eentonig, ook in een van de zonnigste jaren van de eeuw werd de regen spelbreker. Burgemeester Diepenhorst onthulde het hekwerk nog wel en hij hield ook een praatje. Daarna joegen de buien iedereen op de vlucht en het feest moest wachten tot Koninginnedag.

Dinsdag 4 mei 1948 bevestigde smid Hazeleger het eerste siersmeedstukje aan de bevrijdingsboom: de Nederlandse leeuw met twee gekruiste vlaggen. De smeden grepen terug op alom bekende symboliek, want de jaren daarop volgden een bosje tulpen, een grote J – inmiddels had de W plaatsgemaakt voor de J - met daaromheen een tak met oranje-appels, een vredesduif met takje en de opkomende zon. Blijkbaar nam tegen 1953 de vindingrijkheid af, want er kwam nog een iets andere Nederlandse leeuw met vlaggen aan het hek te hangen. In 1954 werd de bevrijdingsvlam met appeltjes-van-oranje de hekkensluiter.

Hoe staat de vrijheidsboom met toebehoren er zeventig jaar later bij? Geen probleem. De gemeente heeft het monument in eigendom en bekostigt het onderhoud. Wel kwam de beuk wat excentrisch te staan. Het Baronnenlijntje werd onrendabel en aan het personenvervoer kwam in 1950 een einde. Gelukkig gaf de voorzitter van de Oranjecommissie Jan van ‘t Slot in 1948 bij de onthulling van de Nederlandse leeuw blijk van verstandig inzicht. Hij zei te hopen dat het leven in vrijheid langer zou duren dan het leven van de boom. Tot nu toe zijn beide nog springlevend. W.S-B