Tahnee Kerbusch, schoolmaatschappelijk werker bij Partners in Welzijn

Pesten:

wat kun je als ouder doen om het te voorkomen?

_BT Clear

Het aanpakken van pesten staat hoog op de agenda van scholen. Maar welke rol is er weggelegd voor ouders? Wat kun je als ouder doen om je kind te helpen om sterker in zijn schoenen te staan? Hoe verklein je de kans dat jouw kind gaat pesten of gepest gaat worden?

Tahnee Kerbusch en Shanna Boetskens, schoolmaatschappelijk werkers in deze regio bij Partners in Welzijn, geven tips.

Pesten en plagen

Tahnee legt uit wanneer we van pesten spreken: “Bij pesten is er altijd sprake van een machtsverschil tussen kinderen. Het ene kind heeft er bijvoorbeeld lol in, terwijl het andere kind dit niet zo ervaart. Het pestgedrag gaat één richting op en is vaak gericht tegen hetzelfde kind. De pester kwetst het andere kind, bewust of onbewust. Pesten gebeurt meestal meer dan één keer. Het is belangrijk om een onderscheid te maken met plagen. Er wordt wel eens gesuggereerd dat plagen eenmalig is, in tegenstelling tot het structurele karakter van pesten. Maar waar het om gaat is de beleving die een kind hier zelf bij heeft. Sommige kinderen vinden het bijvoorbeeld wél pesten wanneer het maar één keer is voorgekomen door dit specifieke kind. Als je daarvoor al tig keer bent geplaagd door andere kinderen, kan deze ene keer echt aanvoelen als pesten. Het omgekeerde is ook waar: er zijn ook kinderen die iets als plagen zien, terwijl ze steeds weer opnieuw het haasje zijn. Onze conclusie is dan ook: we spreken van pesten als een kind dat zo beleeft. Het is belangrijk om dit als ouder en als leerkracht serieus te nemen. Ga hierover open in gesprek met het kind.”

Rollen binnen het pesten

Shanna vervolgt: “Hopelijk is jouw kind niet degene die de pester of het slachtoffer is. Maar dat wil niet zeggen dat je kind geen invloed kan hebben. Omstanders hebben vaak een grotere rol dan ze zelf denken! Zij kunnen de pester laten stoppen, door er bijvoorbeeld geen aandacht aan te schenken, door niet mee te lachen. Of door openlijk aan te geven, dat het niet fijn is voor de ander! Maar dat vinden veel kinderen moeilijk, omdat ze bang zijn om zelf gepest te worden. Of omdat ze denken dat ze zich er beter niet mee kunnen bemoeien. Het bang zijn om zelf gepest te worden kan ook reden zijn voor een kind om zich aan te sluiten bij de pester, om bij een groepje te willen horen. Meeloopgedrag is een groot onderdeel van pestproblemen die er tussen kinderen kunnen zijn. Meelopers geven een pester macht, zonder deze macht is deze echter nergens!”

Tips voor ouders

Tahnee legt uit dat het hebben van zelfvertrouwen een hele belangrijke factor is in het omgaan met pesten, maar ook in het voorkomen ervan. “Kinderen die lekker in hun vel zitten, zullen minder snel de behoefte hebben om te gaan pesten. Ze hebben het niet nodig om zich door pesten beter te gaan voelen dan een ander, want dát is vaak wat er achter schuilgaat. Ook zijn kinderen die zelfvertrouwen hebben, hun kwaliteiten kennen en oké zijn met zichzelf, minder vatbaar voor de pesterijen van andere kinderen.”

‘Het krukje’

Shanna en Tahnee demonstreren dit door middel van een krukje met drie poten. “Wanneer één van die 3 poten weg is, raakt zo’n krukje uit balans. Je kunt er niet meer op zitten. Zo werkt dit eigenlijk ook bij het zelfvertrouwen van kinderen.”

■ Positief zelfbeeld
“Dit is de eerste poot van het krukje. Het is belangrijk om te praten over de positieve eigenschappen van je kind. Benoem ze, wanneer je maar kan. Voor volwassenen is het al moeilijk om positieve eigenschappen over zichzelf te benoemen… Hoe fijn is het dan voor een kind als papa of mama daar mee helpt?

Veel kinderen en volwassenen hebben de neiging om alleen het negatieve op te slaan. Vraag je kind eens om elk compliment dat het krijgt op een dag, of elke fijne eigenschap die het zelf kan bedenken, op te schrijven. Kies hiervoor een vast moment, bijvoorbeeld voor het slapen gaan. Zo wordt het een dagelijkse gewoonte. Deze complimenten kunnen op post it’s geschreven worden, laat je kind deze op een zichtbare plek plakken. Op de spiegel, of aan op de (binnenkant van) de deur van de kledingkast. Zo wordt je kind min of meer ‘gedwongen’ om deze mooie woorden regelmatig te lezen. Hopelijk beklijft het dan uiteindelijk!

_BT Clear
_BT Clear

Deze krant wordt mede mogelijk gemaakt door:

.

.

_BT Clear