“Mijn man verzorg ik uit liefde, we genieten van kleine dingen”

 

Mevrouw A. Smit (78) uit Krimpen wil wel haar verhaal vertellen, opdat andere mensen er iets aan hebben. Maar ze wil niet met haar echte naam in deze krant. “Dat vind ik niet nodig”, zegt ze. Ze verzorgt haar man (83) die als gevolg van diabetes bijna blind is. Hij heeft vanaf zijn 16e diabetes. Toch verhinderde dat niet dat hij een goede carrière had en pas op zijn 65e met pensioen ging. Wel werd zijn gezichtsvermogen langzamerhand steeds slechter en beperkte dat steeds meer zijn bewegingsvrijheid.

Mevrouw A. Smit: “De slechtziendheid is begonnen met oogbloedingen, waardoor mijn man steeds slechter kon zien. Op dit moment ziet hij slechts een half procent met beide ogen. In het begin konden zijn ogen na een bloeding nog gelaserd worden in het Oogziekenhuis in Rotterdam. Dat zorgde dat het minder snel achteruitging. Nu heeft dat geen zin meer. Maar zijn beroepsleven heeft er niet onder geleden, hij heeft altijd een positieve levensinstelling gehad. Geleidelijk aan ging ik steeds meer dingen van hem overnemen. Eerst autorijden, daarna ben ik hem steeds meer persoonlijk gaan bijstaan. De vraag of je dat wilt, is niet aan de orde. Dat doe je gewoon voor je man, als je relatie goed is. Voor een buurvrouw zou dat voor mij anders zijn. Als je dat kan, heb ik daar bewondering voor.”

Begeleiding huisarts en diabeetverpleegkundige

“Met de tijd wordt de verzorging zwaarder voor mij. Gelukkig word ik goed begeleid door mijn huisarts en de diabeetverpleegkundige is super! Ze komen beiden aan huis. We willen zo lang mogelijk in dit huis blijven wonen, want hier kent mijn man de weg. In principe heb ik alleen particuliere huishoudelijke hulp, die ik zelf betaal. Ook komt onze dochter elke week een dag voor haar vader. Zij werkt bij Visio en heeft ervaring met het begeleiden van slechtzienden en blinden. Door haar weten we van de Dagopvang bij Iris in Gouda. Een keer per week gaat hij daar naar toe, waarbij hij wordt opgehaald en thuisgebracht. Daar ontmoet hij anderen, wordt de krant voorgelezen en doen ze spelletjes. Het is de bedoeling dat hij daar nog een dag naar toegaat. Op die dagen hoef ik niet te koken en heb ik tijd voor mezelf. Als ik tussendoor boodschappen wil doen, neem ik altijd de telefoon mee. Mijn man draagt een alarmknop om zijn pols, die gekoppeld is aan mijn telefoon en aan een meldpunt van professionals. Dat geeft me rust.”

Ik weet niet hoe het in de toekomst gaat

“Hoe het in de toekomst zal gaan, weet ik niet. We zien het maar zo positief mogelijk, want met goede verzorging kunnen we hier nog een tijd wonen. De badkamer is net aangepast met een inloopdouche. Als hij moeilijker de trap op kan, laat ik een traplift inbouwen. 

Voorwaarde is wel dat ik zelf gezond blijf, ik ben ook al 78. Ook heb ik zelf staar en sta ik onder controle van het Oogziekenhuis. Ik kan geen maanden vooruitkijken, want dan heb je geen leven. We genieten van kleine dingen. We zijn bijzonder blij met onze kinderen en kleinkinderen. En het is belangrijk dat je relatie een goede basis heeft, want je eigen leven staat qua prioriteit onderaan. Ik weet dat het Steunpunt Mantelzorg bestaat, maar ik heb daar alleen informatie gehaald, verder niet. Verder is er iemand van de gemeente, een seniorenadviseur, op bezoek geweest. Ik vond hem een sympathieke man, maar zijn informatie was te algemeen om er iets aan te hebben. Toch is het wel goed dat het er is voor andere mensen.”