Wat is de stand van zaken
in het sociaal domein?

_BT Clear

In 2015 is er veel vernieuwd in het ‘sociaal domein’. Het sociaal domein is de verzamelnaam voor alle organisaties, diensten en voorzieningen die mensen ondersteunen, leefbaarheid vergroten en participatie (het ‘meedoen’) in de maatschappij bevorderen. Denkt u aan zorg, welzijn, onderwijs, gezondheidszorg en opvoeding. Ook inburgering en het sociaal actiever maken van mensen valt eronder. Na driekwart jaar maken we de balans op.

Centraal in alle vernieuwingen staat dat we meer uitgaan van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen. Natuurlijk hoeft u niet alles opeens zelf te gaan doen. Wel wordt vaker gevraagd wat u nog zelf kunt. En of er misschien mensen in uw omgeving zijn die kunnen bijspringen. Dat scheelt niet alleen veel zorgkosten. Hulpvragen worden daardoor soms ook sneller opgelost. Ook ontstaan er meer sociale contacten waardoor eenzaamheid wordt verminderd en mensen meer voldoening en zin in het leven krijgen. Zo blijft de zorg ook in de toekomst behouden voor degene die het nodig heeft.

Jeugdhulp

Met ingang van dit jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor de Jeugdhulp. Een nieuwe verantwoordelijkheid, maar ook de kans om de hulp aan kinderen te verbeteren en dichterbij bij de inwoners te brengen. Gemeenten, zorgaanbieders en cliënten(organisaties) hebben samen een nieuwe werkwijze uitgewerkt. De ondersteuning in de jeugdhulp is in de Hoeksche Waard georganiseerd met het Jeugdteam Hoeksche Waard. De leden van het team staan dichtbij de omgeving van het kind. Het team is samengesteld uit medewerkers met verschillende deskundigheid, bijvoorbeeld psychologen, jeugdverpleegkundigen en (school)maatschappelijk werkers.

De kinderen en het gezin waarin zij opgroeien staan altijd centraal:

  • Zijn er problemen bij de opvoeding van kind(eren)? Dan kunnen ouders rekenen op advies, trainingen en hulp. Daarbij kijken we wat een ouder zelf of met het eigen netwerk kan en waar dan nog ondersteuning bij nodig is.
  • Is er meer ondersteuning nodig? Dan krijgt het gezin professionele ondersteuning van het Jeugdteam. Met een vaste contactpersoon wordt een plan van aanpak gemaakt.
    Zo krijgen gezinnen niet steeds te maken met verschillende hulpverleners.
  • De vaste contactpersoon biedt zelf ondersteuning en kan eventueel andere hulp uit het Jeugdteam of uit het netwerk van het Jeugdteam inschakelen. Bijvoorbeeld een kinderarts of maatschappelijk werker.
  • Het plan van aanpak is niet alleen gericht op het kind, het kan ook van toepassing zijn op de ouders: het hele gezin dus. In veel gevallen is ondersteuning van korte duur genoeg.
    Als het nodig is, regelen we ondersteuning voor langere tijd.
  • Bij ernstige of bijzondere problemen ligt ook de weg open naar specialistische hulp. Dat gaat sneller dan voorheen, want er is geen indicatie meer nodig van Bureau Jeugdzorg of het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ).

Wmo

Vanaf dit jaar zijn nieuwe taken onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
ondergebracht. De Wmo is er voor inwoners die ondersteuning nodig hebben en ook voor de mantelzorgers.

Op veel onderdelen zijn er veranderingen:

  • De beoordeling van de hulpvragen verloopt anders. Eerst kijken we wat u eventueel zelf kunt of wat u eenvoudig kunt organiseren binnen uw netwerk of via andere ­voorzieningen.
  • Als dat onvoldoende is, volgt er hulp op maat vanuit de Wmo. In een persoonlijk ­gesprek met de Wmo-consulent bespreken we de nieuwe aanpak met iedere cliënt.
  • Ook op het gebied van een persoonsgebonden budget (PGB) is het nodige veranderd. U heeft ongetwijfeld gemerkt dat zowel de betaling als het aanvragen nu anders verloopt. De Sociale Verzekeringsbank heeft hierin een rol gekregen. Deze verandering heeft helaas de uitbetaling vertraagd, iets waar sommige hulpverleners last van hebben ondervonden. Ook moet u om in aanmerking te komen voor een PGB een budgetplan maken. Daarin legt u vast hoe u de ondersteuning gaat regelen.
  • Een andere in het oog springende wijziging is die in de huishoudelijke ondersteuning. Zorgaanbieders maken niet langer meer schoon op basis van een aantal uren per week. Uitgangspunt is een schoon en leefbaar huis. En ook hier wordt eerst gekeken of u dit zelf kunt regelen en zo ja, hoe u dit kunt doen. Kunnen vrienden, familie of ­buren misschien af en toe een handje helpen? Pas als dat niet mogelijk is, kunt u aanspraak maken op een maatwerkvoorziening.

Participatie

De komst van de Participatiewet brengt veel wijzigingen met zich mee. Wijzigingen die vooral merkbaar zijn voor jongere gehandicapten die wel in staat zijn om te werken.

  • Vroeger’ kon een jongere gehandicapte vanaf het achttiende jaar op een Wajong-uitkering rekenen. Nu gaan ze aan de slag voorzover dat lichamelijk en geestelijk mogelijk is.
  • Ook mensen die voorheen een Wsw-dienstverband hadden, krijgen ermee te maken. Voorheen hadden zij een dienstverband bij de sociale werkvoorziening. Nu wordt gekeken of iemand in een ‘gewone’ baan aan de slag kan, eventueel met aanpassingen. De mensen met een bestaand Wsw-dienstverband behouden hun rechten en plichten.
  • Natuurlijk ligt de weg naar ‘beschut’ werk nog altijd open. Dat gebeurt echter pas als er geen alternatieven meer zijn. Ook ligt dit soort werk niet voor het oprapen en is het een vrij kostbare voorziening. Reden om deze oplossing nog maar beperkt in te zetten.
  • In die nieuwe situatie is een belangrijke plek ingeruimd voor werkgevers. Zij moeten door de nieuwe wetgeving en afspraken met het Rijk meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan helpen.

Het doel van de wetswijzigingen: door de nieuwe opzet moet er uiteindelijk slagvaardiger kunnen worden gewerkt. Ook is het makkelijker om maatwerk te leveren. Er kunnen bijvoorbeeld verbindingen worden gelegd naar de Wmo en Jeugdwet.

_BT Clear
_BT Clear