Van die opvoedvragen…
Mijn kind is soms erg lastig. Heeft het misschien autisme?
Een autistisch kind opvoeden kan erg vermoeiend zijn. Je kind kan al bij de kleinste dingen overstuur raken. Het is erg lastig om je kind nieuwe dingen aan te leren. Niet omdat je kind het niet wil, maar het kan het gewoon niet. Vaak zit het zichzelf in de weg. Als je kind moeite heeft met keuzes maken, laat hem dan kiezen uit een paar activiteiten die jij aanbiedt. Bijvoorbeeld spelen met een pop of met een bal. Ga stap voor stap met afbeeldingen door een handeling, hierdoor kan je kind deze zich eigen maken.
Tips
Autistische kinderen ervaren de wereld
anders, het is belangrijk ze te helpen hun
omgeving te begrijpen. Leer je kind daarom
hoe alles in zijn omgeving te werk gaat.
Hiervoor een paar tips:
- Maak gebruik van duidelijke taal, door
woorden als ‘misschien’ te vermijden; - Maak concrete afspraken;
- Vermijd plotselinge veranderingen. Deze
kunnen stressvol zijn voor je kind; - Maak gebruik van pictogrammen of foto’s.
Op www.heeftmijnkindautisme.nl vind je een zelftest voor ouders met kinderen in de leeftijd van 1- 6 jaar. Er worden vragen gesteld over het gedrag van je kind. Na de test krijg je een advies. Daarin staat of het wel of niet verstandig is verder onderzoek te doen.
Kan ik een vergoeding krijgen voor dyslexiezorg?
Dyslexie is een stoornis waarbij het kind een hardnekkig probleem heeft met spelling en met lezen op woordniveau. De behandeling van dyslexie kan vergoed worden door de gemeente, wanneer het gaat om ernstige, enkelvoudige dyslexie.
Alle kinderen in het basisonderwijs die 7 jaar of ouder zijn komen voor vergoeding van dyslexiezorg in aanmerking. Let op, ouders kunnen een vergoeding krijgen wanneer de dyslexiezorg in de basisschoolperiode is gestart. De gemeente betaalt het onderzoek en de behandeling voor kinderen met ernstige enkelvoudige dyslexie. Daarom moet de gemeente ook vooraf toestemming geven voor onderzoek en eventuele de behandeling. Daarvoor heeft de gemeente een aantal dyslexiezorgaanbieders gecontracteerd. Gemiddeld krijgt een kind 60 behandelingen van een uur en huiswerk. Ouders en school worden nauw bij de behandeling betrokken.
Kan ik mijn zoon van 16 jaar af en toe een biertje laten drinken?
Nee, dat is niet goed. Veel kinderen komen al jong in aanraking met alcohol. Door vrienden, uitgaan, reclame en tv-programma’s. Maar ook op feestjes, in de sportkantine en thuis. Kinderen drinken te jong, te veel en te vaak.
Extra ongezond tijdens de groei
Als kinderen al jong alcohol drinken, blijft hun lichamelijke groei en de groei van hun hersenen achter. De hersenen zijn pas klaar met groeien rond het 23e jaar. Alcohol remt vooral de groei van het voorste deel van de hersenen. Dit deel is verantwoordelijk voor het karakter, voor zelfbeheersing, en rekening houden met anderen. Ook kan de concentratie afnemen en werkt het geheugen minder goed. Wil je tips over hoe je het drinkgedrag van jouw kind kan beïnvloeden? Kijk dan op www.nix18.nl en www.hoepakjijdataan.nl.
Hoe wordt mijn kind weerbaarder?
Weerbaarheid hangt af van de aanleg en het karakter van je kind. Een kind met genoeg zelfvertrouwen gelooft in zichzelf en wat het kan. Het heeft meestal ook gevoel van eigenwaarde. Dit wordt zelfwaardering genoemd of een positief zelfbeeld. Wanneer je kind verminderd zelfvertrouwen heeft kan dit zich uiten in stil en teruggetrokken gedrag.
Maar ook in negatief gedrag zoals schreeuwen, huilen of driftbuien. In zo’n geval kun je helpen dat zelfvertrouwen op te bouwen. Zelfvertrouwen opbouwen gaat langzaam, dus verwacht geen wonderen in het begin, maar het is zeker de moeite waard!
Vier tips om zelfvertrouwen op te bouwen:
1. Interesse: Geef je kind zo veel mogelijk liefde door het te steunen en te helpen waar nodig is. Geef je kind aandacht, luister naar alle verhalen en toon interesse. Praat met je kind, zo weet het dat jij begrijpt waar het mee bezig is en wat het belangrijk vindt.
2. Humor: Leer je kind dat het ook om zichzelf mag lachen. Lach samen, met en om elkaar als er iets fout gaat. Doe dit wel luchtig en bemoedigend zodat het niet uitlachen wordt.
3. Respect: Beloon je kind voor moed. Wanneer een kind angsten overkomt, verdient dit een complimentje of beloning. Steun je kind bij iets wanneer het niet lukt en help het om iets wel te kunnen.
4. Positiviteit: Benader je kind positief. Geef je kind complimenten als het iets moeilijks probeert of afmaakt, ook als het niet helemaal goed gaat. Let niet te veel op wat er niet goed gaat, besteed er alleen aandacht aan wanneer het echt nodig is.
Lukt het je niet, dan is er de mogelijkheid om hulp in te schakelen. Je kunt het bespreken op het kinderdagverblijf, op school of contact opnemen met de GGD of de gemeente.
