Zorg op school

De gemeente Venray en alle Venrayse basisscholen bieden voortaan hulp op school aan met onderwijszorgarrangementen. “Ouders kennen hun kind het best, wij weten wie welke zorg kan leveren.”

Maak je je zorgen omdat je kind snel boos, verdrietig, onzeker of vaak ziek is? Je kunt je als ouder ook behoorlijk machteloos voelen als je ziet dat je kind wordt gepest, of vastloopt na een scheiding. Met vragen rondom opvoeding of ondersteuning van je kind kun terecht bij meerdere professionals. Maar waar moet je naartoe? Waar vind je de juiste ondersteuning? De intern begeleider op school biedt een goed startpunt. Die brengt de hulpvraag met de ouders in kaart en kan hen in contact brengen met de gezinscoaches en jeugdconsulenten bij de gemeente. De gezins-coaches adviseren en ondersteunen bij opgroeien, opvoeden financiën werk of gezondheid en schakelen als dat nodig is de jeugdconsulent in. De jeugdconsulent regelt de toegang tot jeugdhulp. Daarnaast helpt de jeugdgezondheidszorg van de GGD bij problemen op lichamelijk en/of psychosociaal gebied. Veel professionals werken samen met school. Vaak zijn er echter meerdere zorgverleners betrokken bij de problematiek. En dat is niet altijd even praktisch.

Kijken wat nodig is

“Vanuit Passend Onderwijs krijgen scholen middelen om kinderen binnen het onderwijs goed te laten functioneren”, legt Monique Hoeijmakers, kwaliteitsmedewerker onderwijs bij SPOVenray uit. “Denk bijvoorbeeld aan extra ondersteuning voor een kind dat een achterstand heeft op gebied van spelling, of het leren plannen van taken. Maar als een kind extra aandacht nodig heeft met bijvoorbeeld zelfredzaamheid, of op sociaal-emotioneel of gedragsmatig gebied, dan moet je in het kader van de Jeugdwet voor hulp naar de gemeente. Soms zijn er echter zowel didactische- als zorgproblemen. Dan kan het gebeuren dat ouders voor het ene probleem bij de gemeente aan tafel zitten, en voor het andere bij het SPOV. Dat is niet handig. Daarom hebben nu bijna een jaar geleden de scholenkoepels en de gemeente Venray de handen ineengeslagen. Voortaan gaan we als er voor een kind een zorg- en een onderwijsvraag ligt meteen samen aan tafel. Kijken wat nodig is en ook: wie kan dat bieden. Niet kijken bij wie hoort dat stukje zorgverlening, maar gewoon beginnen. Samen en in goed overleg, óók met de ouders.”

Onderwijs-zorgarrangementen

Inmiddels heeft SPOV zo’n vijftien combinaties van onderwijs-zorgarrangementen. Monique vertelt over een kind met het syndroom van Down, dat nu naar de basisschool gaat, met een onderwijs-zorgarrangement. “Deze leerling heeft ondersteuning nodig voor zelfredzaamheid, denk aan zindelijkheid, motoriek, dus een stukje zorgondersteuning. Maar ook voor de taal in de vorm van logopedie. Daarnaast heeft ze extra ondersteuning nodig om de werkjes van groep 1 te kunnen maken, dus onderwijsondersteuning. We hebben alles gecombineerd in een onderwijs-zorgarrangement waarbij een pedagogisch medewerker deze leerling in de groep ondersteund, naast een logopediste die ook onder schooltijd met haar werkt. Alles gaat in goede samenspraak met de ouders. Zij kennen hun kind immers het best. En wij weten wie welke zorg kan leveren. Voordeel is ook dat de ouders hun verhaal maar één keer hoeven doen.”

Een ander kind met diabetes leert nu zelf spuiten op school. “We nemen de leerkracht daarin mee om de waardes te leren lezen. Zo maken we dan samen de situatie voor dat kind ‘gewoon en kunnen we ouders en leerkracht ontlasten.” Een ander kind volgt psychomotorische therapie. Ook op school. “Met bewegingsspelletjes gericht op omgaan met elkaar, met winnen en verliezen. Dat doen we met drie andere kinderen uit de klas waarmee het soms moeizaam loopt in de omgang. Het kind leert daar dan van, maar tegelijk leert de groep begrip opbrengen. Ook zo voegen we zorg toe aan onderwijs.”

Het werkt

Monique beaamt dat passend onderwijs en de Jeugdwet vol zitten met regels en procedures. ”We kunnen ervoor kiezen die allemaal los van elkaar te volgen. Maar we zien dat het kind en de ouders hier niet bij gebaat zijn; verschillende instanties die allemaal moeten afstemmen met elkaar. Dat kost tijd en energie. Daarom hebben we er in Venray voor gekozen om meteen bij de start samen te werken in de afstemming van onderwijs en zorg. Daar hebben we geen beleidsstukken voor nodig, maar een gedeelde passie voor kinderen en een goede samenwerkingsrelatie op basis van vertrouwen. Mooi dat we de kans krijgen om dit uit te proberen. We zijn nu bijna een jaar onderweg en er komen mooie dingen uit; we zien dat het voor de kinderen heel veel oplevert.”