Zorg, jeugd en werk

Belangrijkste veranderingen op een rij

De gemeente krijgt er in 2015 veel nieuwe taken bij op het gebied van zorg, jeugd en werk. Deze taken liggen nu nog bij het Rijk, de provincie en zorgverzekeraars, maar worden straks door de gemeente uitgevoerd. Hiermee worden de taken dichter bij de inwoners geregeld en zorg en ondersteuning beter en efficiënter georganiseerd.

In dit artikel zetten we de belangrijkste wijzigingen rondom de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Jeugdwet voor u op een rij. Het gemeentelijke toegangsteam speelt een belangrijke rol in alle veranderingen. Deze mensen zijn uw eerste aanspreekpunt en weten precies wat er mogelijk is qua zorg en ondersteuning.

Wmo

De Wmo zorgt ervoor dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Als u hiervoor hulp nodig heeft, stelt het toegangsteam samen met u een ondersteuningsplan op: maatwerk voor uw situatie. Waarmee kunnen familie, buren of vrienden u helpen? Bieden vrijwilligers uitkomst? Is er onvoldoende ondersteuning vanuit uw omgeving mogelijk, dan kijken we welke aanvullende ondersteuning nodig is. Het kan dan gaan om algemene of individuele (maatwerk)voorzieningen.

Per 2015 verandert de Wmo en krijgt de gemeente meer taken, met name voor zaken die eerst onder de AWBZ Begeleiding vielen, zoals individuele thuisbegeleiding en dagbesteding. Heeft u hiervoor nog een lopende AWBZ-indicatie, dan is een wettelijk overgangsrecht van toepassing tot uiterlijk eind 2015. In de precieze uitvoering van de begeleiding kan soms tussentijds wat wijzigen.In de loop van 2015 bekijkt het toegangsteam samen met u opnieuw welke ondersteuning bij uw situatie past. Jeugdigen tot achttien jaar met een indicatie AWBZ Begeleiding komen met hun ondersteuningsvraag ook bij de gemeente terecht, maar vallen onder de Jeugdwet. Iedere inwoner heeft recht op een goede oplossing.

Huishoudelijke hulp

In de nieuwe Wmo is er geen budget meer voor huishoudelijke hulp. Inwoners die dit willen behouden, moeten zich wenden tot familie, buren of vrienden. Een andere oplossing is hulp op de particuliere markt regelen.
Als u huishoudelijke hulp ontvangt omdat u een HH1-indicatie heeft (lichamelijk kunt u het werk niet meer aan), geldt voor u vanaf 1 januari 2015 een overgangstermijn van maximaal een jaar. Of tot de einddatum van de indicatie als deze in 2015 afloopt.
Krijgt u huishoudelijk hulp, omdat u mentaal gezien het huishouden niet meer kunt doen? Deze indicatie noemen we HH2. U behoudt uw hulp tot de indicatie afloopt.

Heeft u na de overgangsperiode nog steeds ondersteuning nodig? Neem dan contact met ons op.

Vanuit het Rijk is nog wat extra geld beschikbaar gesteld om de overgang te verzachten. Dit betekent dat als inwoners wiens indicatie in 2015 of 2016 afloopt, ervoor kiezen om hun huidige hulp te houden, zij een korting van ons ontvangen van gemiddeld
€ 11,25 per uur. Deze korting is geldig in 2015 en 2016. Dit geldt alleen voor mensen met een HH1 en HH2 indicatie Zorg in Natura.

Participatiewet

Iedere inwoner werkt naar vermogen: dat is de visie van de Participatiewet. De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) samen. Wat betekent de invoering van de Participatiewet nu? Voor inwoners die op 1 januari 2015 een Wsw-dienstverband voor onbepaalde tijd hebben, verandert er niets. Zij behouden hun rechten en plichten in het kader van de Wsw. Voor degenen die op de wachtlijst stonden voor de Wsw betekent het wel dat ze te maken krijgen met de Participatiewet. Want de Wsw komt te vervallen. Voor de jongeren die nu al een Wajong-uitkering hebben verandert er niets. Zij blijven bij het UWV. Voor nieuwe Wajongers met arbeidsvermogen geldt wel dat zij met de Participatiewet te maken krijgen.

De gemeente wil zo veel mogelijk mensen aan een betaalde baan helpen, ook in beschutte werkplekken. De gemeente heeft een participatiebudget beschikbaar om te helpen met bijvoorbeeld een loonkostensubsidie of een no-riskpolis voor werkgevers. U krijgt hulp bij het terugkeren op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via passend vrijwilligerswerk, een leer-werktraject bij het kringloopbedrijf of door reïntegratiehulp (zoals een sollicitatie- en presentatietraining) met de WorkFast-methode. Uiteraard blijft de bijstandsuitkering bestaan voor inwoners die geen betaald werk kunnen verrichten. Van u verwachten we een tegenprestatie naar vermogen, passend bij uw leefwereld.

Jeugdwet

De gemeente wordt verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. Hiervoor werken we op sommige gebieden regio­naal samen, bijvoorbeeld voor de jeugdreclassering. De overgang naar de Jeugdwet gaat geleidelijk. Als uw kind op 31 december 2014 jeugdhulp ontvangt, dan kan deze hulp in 2015 voortgezet worden bij dezelfde jeugdhulpaanbieder. Voor de periode na 2015 zoekt u samen met het toegangsteam naar een nieuwe, passende oplossing voor uw kind én voor uzelf. Wees vooral niet bang om zo’n gesprek aan te vragen. Kinderen opvoeden is lastig. Iedereen loopt weleens tegen een probleem aan. Schaamt u zich dus niet om advies of hulp te vragen. Bij oplossingen kijken we, net als in de Wmo, goed naar de hulpvraag: wat past het beste bij uw situatie? We spreken niet meer van een ‘probleemkind’, maar kijken naar kansen en talenten: de creativiteit van een dyslectisch kind, het concentratievermogen van een autistische jongere. Ieder kind verdient eerlijke kansen