“Zonder klik kun je het wel vergeten”

Willem Fernee werkte als begeleider bij een grote zorginstelling, maar vond dat het beter kon; minder regels van bovenaf en meer aandacht voor de cliënt. Samen met Fokke de Haan richtte hij de kleinschalige welzijnsorganisatie JIJ Centraal op, die ambulante hulpverlening biedt en het nét even wat anders aanpakt.

_BT Clear

Met “slechts” acht medewerkers in dienst, is Jij Centraal geen grote speler, maar juist daarvan kunnen Leeuwarders naar eigen zeggen met een zorgbehoefte profiteren: “Omdat we een klein team zijn, weten we goed wat er speelt onder onze cliënten en wat ze nodig hebbe n. Onlangs was er iemand zonder inboedel. Mijn medewerkers en ik steken dan de koppen bij elkaar en trommelen kookspullen op uit onze eigen kelders”, vertelt Willem.

Deze praktische aanpak kenmerkt het hele begeleidingstraject, al vanaf het begin. Bij een intakegesprek kan een cliënt gewoonweg gevraagd worden of hij of zij een energiek type als begeleider wenst. Daarover zegt Willem: “Om echt in verbinding te staan met onze cliënten, heb je een klik nodig. Anders kun je het wel vergeten. Door zulke vragen te stellen kom je juist verder.” Aan die verbinding wordt continu gewerkt, maar zeker niet door talloze ernstige tafelgesprekken, want zo zegt Willem: “Soms kom je dichter tot elkaar, wanneer je samen even een wandeling maakt in plaats van tegenover elkaar zit.”

Over zijn werk is Willem razend enthousiast. Hoewel hij nu in de directeursstoel zit, is hij nog steeds werkzaam als ambulant begeleider voor Jij Centraal. Dat houdt zijn werk volgens hem dynamisch en uitdagend: “Onlangs sprak ik nog voor de gemeenteraad, maar straks trek ik m’n gele huishoudhandschoenen aan om een cliënt te helpen schoonmaken.” Dat zoiets niet wordt uitbesteed, is voor Willem niet ongewoon: “Voor deze cliënt komt het niet ten goede als er een vreemde zijn huis komt schoonmaken. Dan doen wij het even niet volgens het boekje. Het is simpelweg altijd passen en meten, met het belang van de cliënt voorop.”

_BT Clear

LEVEN MET EEN ICD

“Mevrouw van Roggen, dit klinkt niet goed. Ik ga een ambulance voor u bellen”. Wat een kort bezoek aan de huisarts moest zijn, werd het begin van vele ziekenhuisopnames. Bij Petra van Roggen-Einholz (56) werd zeven jaar geleden meerdere hartritmestoornissen geconstateerd. Zij blikt terug op de impact die deze ervaring op haar leven als een hartpatiënt heeft gehad.

_BT Clear

“Als huishoudelijke hulp werkte ik in 2011 een aantal dagdelen per week. Na een ochtend of middag werken werd het voor mij steeds moeilijker om van de bank te komen. Zó moe was ik. Het duurde een aantal weken voordat ik naar de huisarts dur fde te gaan. Haar bezor gde blik toen ze naar mijn hart luisterde, vergeet ik nooit meer”.

De huisarts vertelde dat Petra vocht in haar longen had en dat haar hart onregelmatig klopte. Voor de dokter reden om haar patiënt meteen naar het ziekenhuis te sturen. Er werd chronotrope incompetentie en boezemfibrillatie geconstateerd. “Mijn hart klopt te snel, dan weer te langzaam. Dat veroorzaakt allerlei ongemakken zoals hartkloppingen en extreme benauwdheid”. Een pacemaker moest de klachten verhelpen, een onderhuids apparaatje dat met stroomstootjes ervoor zorgt dat het hart in het juiste ritme blijft kloppen.

Helaas keren zes jaar later de vermoeidheid en kortademigheid terug. Uit voorzorg wordt een ICD geplaatst; de ICD geeft, anders dan een pacemaker, een elektrische schok om het normale hartritme te herstellen en kan daarmee een hartstilstand voorkomen. “De ervaring met de ICD opende mijn ogen. Daarvoor had ik de onrealistische verwachting dat het ziekenhuis mij helemaal beter kon maken, maar zo werkt het natuurlijk niet. Deze hartafwijkingen komen nu eenmaal voor in mijn familie. Het enige wat de cardiologen kunnen doen is de achteruitgang van mijn hart zoveel mogelijk vertragen”.

Petra’s leven lijkt niets meer op dat van vóór haar ICD; zo is ze afhankelijk van zeven soorten medicijnen die ze dagelijks moet innemen en moest ze stoppen met haar werk in de zorg, dat haar altijd veel voldoening gaf. Nu moet ze die voldoening uit andere zaken halen. Dat lukt haar aardig, vertelt ze lachend: “Ik vind het heerlijk om met mijn kleindochter te zijn en help mijn buren graag waar ik kan. Daar heb ik nu alle tijd en gelegenheid voor. Straks begin ik met vrijwilligerswerk in de bibliotheek. Dat zal deze hartpatiënt ook wel van de straat houden!”
.
Hart- en vaatziekten zijn doodsoorzaak nummer één bij vrouwen. Dit komt omdat ze symptomen als vermoeidheid, pijn tussen de schouderbladen en kortademigheid vaak zien als ongemakken die bij de overgang horen.

Heeft u al langere tijd één of meer van bovenstaande klachten? Bespreek deze dan zo snel mogelijk met uw huisarts.

_BT Clear

_BT Clear