“De dagen zijn lang als ik de hele dag thuis ben. Daarom is de dagverzorging een mooie afleiding. Als die er niet zou zijn, zou ik me eenzaam voelen en het gevoel hebben dat ik overal buiten sta.”

Dat zegt mevrouw Huizenga en dat is precies waar de dagverzorging van Elkander voor is bedoeld. Dagverzorging is er voor mensen die te maken hebben met een lichamelijke, geestelijke en/of sociale beperking en daardoor moeite hebben met het invullen van hun dag. Door een aantal dagen per week naar de dagverzorging te gaan kunnen ze thuis blijven wonen en wordt de eventuele partner of mantelzorger ontlast.

Contact en gezelligheid

“De essentie van wat we hier doen is contact”, zegt Evertje Sybesma, medewerker van de dagcentra van Elkander. “We organiseren activiteiten als spelletjes, muziek, schilderen, bewegen, wandelen en soms een uitstapje. Het is gezellig om samen bezig te zijn en tegelijk is er onderling contact. Mensen delen met elkaar wat hen bezighoudt en voelen zich daardoor minder eenzaam.”

“We leggen ook de link met de tijd van het jaar”, vertelt medewerker dagverzorging Henk Poortinga. “Binnenkort doen we bijvoorbeeld weer mee aan de wintermarkt in Dongeraheem. En bij het intakegesprek vragen we altijd naar hobby’s en wat mensen leuk vinden om te doen. Daar proberen we rekening mee te houden. We betrekken de cliënten ook bij de dagelijkse dingen als afwassen en de tafel dekken. Vaak blijven ze dat dan ook thuis zelf doen. Eigenlijk draait het er om de mensen hier een mooie dag te bezorgen. Als ze bij het afscheid zeggen dat ze het leuk gehad hebben, dan is mijn dag ook goed.”
Mevrouw van der Wal is één van de vaste bezoekers van de dagverzorging en kijkt er altijd naar uit. “We delen lief en leed met elkaar en kunnen met elkaar lachen en huilen. Ik moet er niet aan denken dat ik hier niet heen zou kunnen, thuis is mijn wereld te klein.”

Grytsje van der Wiel is voor de DDFK-gemeenten coördinator WMO en Thuisbegeleiding bij Interzorg Groep en heeft daar de aanvragen voor huishoudelijke hulp onder haar hoede. “Huishoudelijke hulp is ons voorportaal, de plek waar een klant bij ons als eerste in het zorgcircuit terechtkomt”, vertelt ze. “De huishoudelijke taken zijn vaak de eerste taken die we van iemand overnemen."

Sinds 1 oktober kan de klant zich voor huishoudelijke hulp rechtstreeks tot Interzorg richten. “Daarvoor moesten wij iemand eerst terugverwijzen naar de gemeente of het gebiedsteam. Nu kunnen we als Interzorg alles dezelfde dag al regelen en heeft de klant een week later de eerste hulp.”

Van der Wiel is blij met de verandering. “Voorheen duurde zo’n intake al gauw zes tot acht weken. Het is ook een kwestie van vertrouwen naar de burger toe. In principe kan iedereen deze hulp aanvragen.”
Het komt volgens Van der Wiel eerder voor dat mensen lang wachten met de hulpvraag. “Vaak doen ze al lang een beroep op familie en buren en pas als het echt niet meer anders kan, vragen ze om hulp.” Soms had dat best eerder gekund, vindt Van der Wiel. “Maar ik begrijp ook heel goed dat het voor mensen een grote stap is. Er komt iemand in jouw woning en aan je spullen. Daarnaast bestaat er de angst dat er steeds een andere hulp komt.”
De coördinator hecht er juist veel belang aan om een goede match tussen klant en huishoudelijke hulp te vinden. “Ik kan goed inschatten wat voor type medewerker ik bij een klant moet zoeken en kan daar ook voldoening uit halen. Zo belde laatst een meneer terug die zei ‘u hebt mij een engel gestuurd’. Dat vind ik zo mooi.’’

Voor Van der Wiel zijn de huishoudelijke medewerkers de ogen en de oren. “In de drie uur dat ze aan het werk zijn, wordt er veel gepraat. Ze signaleren ook hoe het met de cliënt gaat en of die misschien op termijn meer zorg nodig heeft. Dan schakelen wij een wijkverpleegkundige in of verwijzen wij door. Tegenwoordig biedt Interzorg ook huishoudelijke hulp extra aan. Dat is een beetje als een zorgmaatje, iemand die naast het schoonmaken ook mee kan naar de huisarts of boodschappen doen.”