De Jeugdwet

De gemeente gaat beter samenwerken om grotere problemen te voorkomen

Tot en met 31 december 2014 waren er voor jeugdhulp drie verschillende wetten:

  • de Wet op de jeugdzorg,
  • de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en
  • de Zorgverzekeringswet.

Toen was het niet altijd voor iedereen duidelijk wie wat deed. Er waren veel instanties betrokken en er was geen goed overzicht.
De overheid denkt dat gemeenten sneller hulp kunnen bieden. En dat gemeenten beter kunnen samenwerken met hulpverleningsorganisaties. Gemeenten weten immers welke jeugdhulpinstanties er in hun regio zijn. Vanaf 1 januari 2015 is er daarom voor alle jeugdhulp één wet: de Jeugdwet.

Eén gezin, één plan, één hulpverlener

Heeft u hulp nodig? Dan moet u die makkelijk en snel kunnen krijgen. Zo lang als nodig is. U kunt terecht bij het gebiedsteam in uw gemeente. Het kan gaan om problemen over opgroeien, opvoeden, psychische problemen, sociale problemen en beperkingen. Via het gebiedsteam krijgt u één medewerker als contactpersoon.

Samen met het gezin stelt de medewerker van het gebiedsteam een plan op. De medewerker kijkt samen met u of familie, buren of vrijwilligers kunnen helpen. Als dat niet kan, zijn er professionals. Heeft u specialistische hulp nodig? Dat kan.

“Als gemeenten beter samenwerken met anderen, dan blijft er geld over. Dat kan de gemeente gebruiken voor het voorkomen van problemen”
“U krijgt één hulpverlener als vast contact”

Wat betekent dat voor u?

  • Heeft u of uw kind op 31 december 2014 jeugdhulp? Of heeft u een indicatie? Dan houdt u deze hulp of zorg ook in 2015. Voor zover de indicatie geldt.
  • Heeft u of uw kind ondersteuning of jeugdhulp nodig, vanaf 1 januari 2015? Vraag dan passende zorg aan via het gebiedsteam.
  • U heeft een contactpersoon voor alle jeugdzorg: een medewerker uit het gebiedsteam van de gemeente.
  • U krijgt één plan per gezin.
  • U krijgt eerder algemene voorzieningen dan individuele zorg. Denk hierbij aan bijvoorbeeld kinderopvang, jongerenwerk of sportverenigingen.
  • We werken met u aan eigen kracht en kijken wat uw omgeving voor u kan doen.

Voorkomen van problemen

In de nieuwe wet is veel aandacht voor het voorkomen van problemen. En ook voor het op tijd ontdekken dat het niet goed gaat in een gezin. Of met een kind of jongere. Scholen en kinderdagverblijven hebben hierin ook een taak. Maar ook huisartsen, sportclubs en zorgorganisaties. Dit zijn plekken waar kinderen, jongeren en hun ouders of begeleiders komen. De mensen die hier werken horen met welke vragen en problemen mensen rondlopen. De overheid wil graag dat we elkaar eerder proberen te helpen waar dat kan.

Bent u een begeleider of leraar en denkt u dat iemand misschien hulp nodig heeft? Dan kunt u ook contact opnemen met het gebiedsteam. Dit geldt ook voor andere professionals of hulp- of zorgverleners.


Vrijwilligerswerk biedt dagstructuur

Tjesje Gerlsma geniet van vrijwilligerswerk

Tjesje Gerlsma (20) is vrijwilligster bij het kinderwerk in St.-Annaparochie. Kinderwerk is een activiteit van het Sociaal Cultureel Werk. Kinderen van 6 tot 12 spelen woensdagmiddag in ’t Honk in Ons Huis in St.-Annaparochie. Tjesje begeleidt activiteiten zoals bingo, balspelen of knutselen.

Tjesje vindt het superleuk om met de kinderen bezig te zijn. “Je geeft veel energie, maar krijgt dat er ook voor terug. Daarnaast is dit voor mij een interessante leerplek. Ik leer bijvoorbeeld om mijn grenzen beter aan te geven”. Een jaar geleden is Tjesje gestopt met haar opleiding geschiedenisdocent. Ze had mentale problemen. Ze heeft last van depressie en angsten. In overleg met haar therapeut kwam ze aan dit vrijwilligerswerk. Het geeft haar dagstructuur. Bovendien doet ze iets wat ze leuk vindt. En ze bouwt ervaring op in het werken met kinderen. In de toekomst zou Tjesje graag juf zijn op een basisschool.

Grip op je leven
Training ‘Omgaan met geld’

Marije van der Molen werkt voor Welzijn Centraal als maatschappelijk werker. Ook op scholen. Daarnaast zit Marije sinds kort in het gebiedsteam.
Marije helpt mensen bij hun financiële administratie. Zodat zij op eigen kracht de financiën, en administratie op orde kunnen houden. Zij geeft de training Geld telt.

Onlangs heeft Marije een jongeman geholpen. Zijn inkomen ging omlaag en hij wilde weten hoe hij grip kon blijven houden op zijn geld. Hij had altijd gewerkt. Zijn administratie was goed geordend. Ook was hij heel zuinig. Hij had een eigen groentetuin en verkocht groente aan de buurt. Ook deed hij vrijwilligerswerk.
 
“Samen hebben we zijn kasboek eens goed bekeken. En ik heb hem geholpen met het invullen van formulieren. Hij hield drie weken lang alle uitgaven bij. Hierdoor zag hij beter wat hij allemaal uitgaf en waaraan.
Daarna kon hij beter bedenken wat hij wel en niet moest kopen. En toen kon hij beter rondkomen.

Deze jongeman belt mij nog om de twee maanden om even te laten weten hoe het met hem gaat. Dat vind ik super. De begeleiding heeft langdurend effect gehad.”

Marije van der Molen: “Ik help mensen met geldzaken”