Vaccineren

_BT Clear

Vragen of twijfels over
vaccineren?

Onze jeugdartsen maken graag een afspraak

Vaccineren, is dat tegenwoordig nog wel zo belangrijk? En wat voor bijwerkingen kan een vaccin geven? Vragen die steeds meer ouders bezighouden, zeker nu het onderwerp zo vaak in het nieuws is. Jolanda Molendijk, moeder van de 3-jarige Pim, koos ervoor haar zoontje niet te laten inenten. Jeugdarts Inge Moorman van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) gaat met haar in gesprek.

Jolanda, momenteel zwanger van haar tweede, heeft zich de afgelopen jaren flink verdiept in de voors en tegens van vaccineren. Ze maakt zich met name zorgen over schadelijke stoffen in vaccins. “Het zijn heftige injecties, zeker voor een zuigeling die nog volop in ontwikkeling is. Zo heb ik gelezen dat er stoffen als kwik en aluminium in zitten. Die gaan gelijk de bloedbaan in. Wat doet dat met zo’n jong kindje en zijn of haar hersenontwikkeling? Ik denk dat een kind van een paar maanden daar helemaal niet klaar voor is.”

Goede voorlichting
Jeugdarts Inge vindt het belangrijk om met Jolanda en andere ouders in gesprek te gaan. “Vooropgesteld: ik vind het goed dat ouders zich inlezen en kritisch zijn. Ik ga graag in gesprek en ben altijd benieuwd welke specifieke zorgen en twijfels ouders hebben. Op die manier kunnen we ze ook beter helpen aan de juiste informatie.”

Hulpstoffen
Het CJG is voor vaccineren, maar laat de keuze uiteraard aan ouders zelf. Inge vindt het vooral haar taak om de feiten van de fabels te onderscheiden. “Op internet vind je als ouder veel nuttige informatie, maar ook verhalen die niet kloppen. Om maar gelijk een misverstand uit de wereld te helpen: vaccins worden niet rechtstreeks in de bloedbaan gespoten, maar in de spieren. En natuurlijk spuiten we geen kwik of aluminium in een kind, want dat is hartstikke giftig. Wel bevatten vaccins hulpstoffen die ervoor zorgen dat ze beter kunnen werken. Zo worden er bijvoorbeeld aluminiumzouten aan toegevoegd, of een verbinding van kwik. Deze stoffen zijn niet giftig en worden alleen in kleine hoeveelheden toegevoegd.

Zelfgenezend vermogen
Aanvankelijk wilde Jolanda proberen om haar zoontje Pim pas op latere leeftijd - na 18 maanden of 3 jaar - te laten vaccineren. “Eigenlijk wilde ik wachten. Verder heb ik overwogen om vaccins los te geven. Maar dat bleek binnen het Rijksvaccinatieprogramma niet mogelijk. Daarna heb ik de keuze gemaakt om hem niet te laten inenten. De meeste jonge kinderen reageren goed op een vaccinatie. Maar er zijn ook gevallen bekend van kinderen die ernstig ziek worden van de bijwerkingen of zelfs overlijden. Dat risico wil ik gewoon niet lopen. Bovendien vraag ik me af of vaccinatie écht nodig is. Ziektes als waterpokken, de mazelen en de bof hoeven toch niet erg te zijn? Als je kind gezond is, goed eet en voldoende weerstand heeft, kan hij daar op eigen kracht bovenop komen.”

Lage vaccinatiegraad
Inge begrijpt Jolanda’s zorgen. Maar uit onderzoek blijkt juist dat vaccineren levens redt, benadrukt ze. “Door betere hygiëne komen de infectieziektes waar we tegen vaccineren minder vaak voor. Door vaccineren is dat nog verder afgenomen.” Als de totale vaccinatiegraad terugloopt, kan dat leiden tot gezondheidsrisico’s. Soms voor de gehele bevolking, waarschuwt ze. “Zo zijn in Italië - waar steeds minder wordt ingeënt - dit jaar de mazelen uitgebroken, waaraan patiënten zijn overleden. Dat is het lastige: niet vaccineren is een persoonlijke afweging, maar ook een keuze die effect kan hebben op je omgeving.” •

_BT Clear