Niet iedereen kan een reguliere betaalde baan aan. Bijvoorbeeld omdat iemand een beperking heeft, lichamelijk, psychisch of verstandelijk. Ook zijn er mensen die na een burnout langzaam weer op gang moeten komen. De overheid vindt het belangrijk dat mensen werken, niet alleen voor de maatschappij maar juist voor henzelf.
Voorheen konden mensen in deze situaties aan het werk op sociale werkplaatsen. Die mogelijkheden zijn sinds 2015 wat beperkter. Het aantal zogenaamde beschutte werkplekken neemt de komende jaren af. Er blijven beschutte werkplekken voor mensen die het echt nodig hebben. Ook mensen met een beperking hebben recht op een zo gewoon mogelijk baan. Daarvoor hebben werkgevers, werknemers en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afspraken gemaakt. Werkgevers en gemeenten zorgen voor ‘garantiebanen’ voor mensen met een beperking. Een andere mogelijkheid is werken via ‘arbeidsmatige dagbesteding’. Dit wordt aangeboden door de zorgaanbieders.
De vijf gemeenten en Werk & Inkomen Hoeksche Waard (WIHW) werken nauw samen met diverse zorgaanbieders, zoals Cavent, Gemiva-SVG Groep en Pameijer. De zorgaanbieders zijn nu al actief op het gebied van dagbesteding. Door als gemeenten en zorgaanbieders beter met elkaar samen te werken, kunnen meer mensen aan een baan worden geholpen.
Dat kan bijvoorbeeld door werkleerbedrijven in het leven te roepen. Dat zijn bedrijven waar mensen werken en leren tegelijk. Die werkleerbedrijven zijn actief in de groenvoorziening, de schoonmaak of in productiebedrijven. Ook kan zo’n werkleerbedrijf mensen opleiden voor ander werk. Denk bijvoorbeeld aan conciërge-achtige taken op scholen. Het uiteindelijke doel is om mensen aan een ‘gewone’ baan te helpen, bij een commercieel bedrijf of een andere organisatie. Lukt dat niet, dan blijven mensen bij het werkleerbedrijf. Dit kan ook het werkleerbedrijf van WIHW zijn. Zowel via Wmo Hoeksche Waard als via WIHW kunt u meer informatie krijgen over werken onder aangepaste omstandigheden.
Namens de vijf gemeenten is wethouder Pieter Paans van Cromstrijen verantwoordelijk voor de arbeidsmatige dagbesteding. ‘We kijken met elkaar waar de mogelijkheden liggen om mensen aan het werk te helpen. We willen met kleine projecten beginnen. We zijn nu bezig in groenonderhoud en schoonmaak. Vanuit die ervaring gaan we weer andere activiteiten opstarten.’
‘We willen mensen meer structuur geven. Ze hoeven niet voor de volle 100% te functioneren. Als ze maar leren werken op het niveau dat ze aankunnen. Maar als we mensen naar een reguliere baan kunnen krijgen, zullen we dat zeker doen’, zegt Peter Jiskoot, plaatsvervangend regiodirecteur van Gemiva-SVG Groep.
De zorgaanbieders en WIHW houden de begeleiding van cliënten in handen. Zij hebben ook de contacten met werkgevers en halen werk binnen. Dat werk komt deels van de vijf gemeenten af, maar bijvoorbeeld ook van commerciële bedrijven binnen de Hoeksche Waard. De verwachting is dat dit verder zal gaan toenemen onder het motto: in de Hoeksche Waard en voor de Hoeksche Waard.
Pieter Paans wil graag nog iets benadrukken: ‘Het is niet de bedoeling dat de werkleerbedrijven gaan concurreren met gewone bedrijven in de Hoeksche Waard. Wat wij willen, is mensen klaarmaken om vacatures bij hen op te vullen. En dat doen we door nu werk in opdracht van hen te doen, werk waar zij nu geen tijd of mensen voor hebben.’
Zo kunt u contact opnemen:
Cavent heeft een werkleerbedrijf dat in de praktijk goed blijkt te voldoen: Cavent Tuin. Mensen die in de doelgroep passen, leren de fijne kneepjes van tuinonderhoud. Ook let Cavent erop of hun sociale vaardigheden wel op peil zijn. ‘Is een cliënt er klaar voor, dan zoekt Cavent een stageplek bij bijvoorbeeld een hoveniersbedrijf’, zegt projectleider Rachel Vink van Cavent Tuin. ‘We hopen natuurlijk dat ze daar een betaalde baan aan overhouden. En dat lukt. We zijn gestart met een groep van acht mensen. Van hen hebben vier er betaald werk aan overgehouden. Als ze eenmaal die betaalde werkplek hebben, dan blijft een jobcoach hen begeleiden. Wat het mooiste is? ‘We zien de jongeren groeien, ze halen diploma’s en plezier uit het werk dat ze doen. En de bedrijven? Die benaderen óns voor de jongeren. Dat is prachtig natuurlijk!’
Als 14-jarige jongen stond hij al bij de balie: of hij niet kon komen werken bij KUIPERS infra. Maar werken mocht Marco pas op z’n vijftiende. Toch keek Bernhard Gort, een van de twee directeuren, of er niet iets te regelen was. En zo kon Marco toen hij vijftien werd aan de slag bij het bedrijf en tegelijkertijd naar school. Hij heeft ADHD. Daarom gaat het op school en thuis niet altijd goed.‘Toen ik hier kwam mocht ik meteen met een opdracht mee, stratenmaken’, zegt Marco. ‘Dat vond ik leuk. Later moest ik aan de slag als grondwerker: de ondergrond op de goede hoogte maken. Eerst deed ik alles samen met een collega, maar nu krijg ik ook mijn eigen klussen. Dan werk ik zelfstandig en komt mijn collega/uitvoerder controleren of het goed gaat.’ Bernard: ‘Marco is geen jongen voor de schoolbanken. Hij wilde graag bij ons werken. Iemand die zo gedreven is, daar wilden wij wel iets voor betekenen. Wij geven hem richtlijnen en maken duidelijke afspraken. Inmiddels werkt hij hier twee jaar. Hij wordt steeds zelfstandiger. Daarmee groeit zijn zelfvertrouwen. En hierdoor gaat het thuis ook beter. We leren Marco niet alleen vakinhoudelijke dingen, we helpen hem ook met sociale omgangsvormen. Hij doet hard zijn best, is enthousiast en leergierig. Wij zijn erg blij met hem.’