Familie Baakman zorgt voor twee pleegkinderen“We hadden nog liefde en ruimte over”

Annelies en Guus Baakman uit Brummen zijn de trotse ouders van vijf kinderen: naast hun drie kinderen Dante (16), Indra (13) en Thias (9), zijn ze voogd voor pleegdochter Dylana van 4. En de jongste telg is hun pleegzoon van 1,5. “We hadden nog een beetje liefde en ruimte over”, verklaart het gezin de warme opvang van beide pleegkinderen.

“Ik heb altijd in de kinderopvang gewerkt, ik houd gewoon ontzettend van kinderen”, vertelt Annelies. “Toen wij met onze kinderen van Utrecht naar Brummen verhuisden – op zoek naar rust en ruimte – ben ik gastouder geworden. Op de basisschool van mijn kinderen sprak ik regelmatig met een moeder die samen met haar man een gezinsvervangend tehuis had. Dat sprak mij aan. Ik vroeg mij af of wij zoiets ook konden doen en heb ons daarom aangemeld voor een informatieavond.”

Gezamenlijk besluit

Guus, eigenaar van een bedrijf in de tandtechniek, had een ander ideaalbeeld toen hij Annelies op jonge leeftijd leerde kennen. “Ik dacht aan twee kinderen”, lacht Guus. “Maar we zijn hier ingegroeid en hebben het samen besloten. Ik vind het echt heel leuk om iets te betekenen voor het pleegkindje én voor de mensen die daaraan vastzitten, zoals een moeder, vader en andere familie. Wij vinden de biologische familie namelijk heel belangrijk.”

Intensieve voorbereiding

De bijeenkomsten – georganiseerd door Lindenhout – maakten beiden enthousiast voor de pleegzorg. “We kwamen op de wachtlijst voor een cursus en we hadden intensieve gesprekken met Lindenhout. Zij kunnen dan ook beslissen of het wat voor ons is. Met vragen als ‘waar kom je vandaan en hoe sta je in je leven’ doen zij een soort screening. Daarna volgde de cursus van drie avonden, waarbij ook de lastige kanten van pleegzorg werden belicht. Want die zijn er uiteraard ook. Wij raakten er – ook na overleg met onze kinderen – van overtuigd dat we dit echt wilden doen!”

Hét telefoontje

De pleegzorg kent drie soorten opvang: 24 uurs opvang, crisisopvang (met een tijdelijk karakter) en perspectief biedende opvang. “Wij zijn gestart met crisisopvang, omdat we daarmee ook als gezin konden kijken of het goed zou gaan”, vertelt Annelies. “We gingen die zomer in Voorst, dichtbij huis, op vakantie. ‘Stel je voor dat we gebeld zouden worden’. En uitgerekend toen we een dagje met de trein naar Amsterdam waren, kwam het telefoontje. We zijn halsoverkop teruggereisd, heel onwerkelijk. Dylana was nog maar 7 weken oud en woog 3400 gram. Het was een geheime plaatsing.” De kleine meid werd liefdevol in het gezin opgevangen, waarbij haar biologische moeder zo goed mogelijk in beeld bleef. “Het is in de pleegzorg per definitie zo dat je probeert toe te werken naar terugplaatsing”, legt Guus uit.

Bezoekregeling

Waar de bezoeken in het begin op ‘neutraal terrein’ plaatsvonden, verschoven ze een half jaar later naar het huis van de familie Baakman zelf. Annelies: “Eerst met begeleiding van jeugdzorg, later op ons verzoek zonder begeleiding. Maar toen er toch eens problemen waren, hebben we de bezoeken weer buitenshuis gedaan. Het grondbeginsel vind ik dat onze pleegkinderen zich in hun eigen huis veilig moeten voelen.” Het werd duidelijk dat Dylana niet meer terug kon en sinds een half jaar hebben Annelies en Guus de voogdij gekregen. Met moeder is een bezoekregeling getroffen – gewoon weer bij de familie thuis – die goed werkt.

Succesverhaal

De pleegzorg over Dylana noemt de familie ‘echt een succesverhaal’. “Dat komt misschien door hoe wij erin staan. Je moet goed kunnen samenwerken, ook met de instanties, ook al ben je het wel eens niet eens met een beslissing.” Langzamerhand vroeg het gezin zich af ‘wat willen we nog verder’? “Dylana draait zo lekker mee in het gezin, eigenlijk hebben we nog wel een plekje over. Maar we hadden geen eigen kamertje voor het kind, dus dan kom je automatisch weer in de crisisopvang terecht.”

Klussen

Al snel werd het gezin gebeld over een pas geboren jongetje. “Toen hij 12 dagen oud was, kwam hij bij ons.” Al snel werd duidelijk dat het kindje niet terug kon naar moeder en ook niet naar de directe familie. Het was – en is – niet wenselijk als moeder weet waar het kindje zou zijn. “Wij dachten ‘als wij hem nu laten gaan, vangen we later weer een ander crisiskindje op, terwijl we hem ondertussen een hechtingsstoornis bezorgen’. Dat voelde niet goed. Dus zijn we maar gaan klussen. Een vriend van ons heeft geholpen om de zolderkamer in tweeën te splitsen.”

Geboortekaartjes

Ook met hun pleegzoon van inmiddels 1,5 gaat het heel goed. Naast een bezoekregeling met moeder – onder begeleiding – is er een warm contact met andere biologische familie. “Zijn opa en oma en tantes waren erbij om zijn eerste verjaardag hier thuis te vieren. Binnenkort gaat hij misschien een nachtje logeren bij opa en oma. Het is een hele leuke familie met flinke zorgen om hun zieke dochter.” Onlangs hebben Guus en Annelies geboortekaartjes voor beide kinderen laten maken. “Dat was een tip vanuit pleegzorg. We hebben erop gezet: ‘geboren uit liefde bij jouw moeder, geboren in het hart bij ons’.”

Trots

Hebben Guus en Annelies ook voldoende tijd voor hun eigen kinderen? “Jazeker. Het leeftijdsverschil in het gezin is heel fijn. De kinderen ervaren geen concurrentie. Aan het begin van de avond zijn we druk met de kleinsten, later op de avond hebben we tijd voor de oudsten.” De pleegzorg heeft het gezin veel gebracht. “Het werkt door in je hele leven. Ook in mijn zakelijke leven”, ervaart Guus. “En we geven onze kinderen flexibiliteit en een open blik mee. Ze houden veel rekening met elkaar en met anderen. Maken hele bewuste keuzes. Wij hebben het gevoel dat al onze kinderen hier ‘rijker’ van worden. Zij zijn er trots op. En wij ook!”

_BT Clear