Jac Haegens: “Er zijn in Venray nog altijd gebouwen niet toegankelijk voor mensen met een beperking.”
Nederland heeft in 2016 het VN-gehandicaptenverdrag onderschreven. Dat verplicht deelnemende landen ervoor te zorgen dat mensen met een (functie)beperking in alle opzichten gelijkwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. De overheid moet dan ook haar wetten en beleid toepassen in overeenstemming met het verdrag. De verplichtingen gelden ook voor gemeenten. Venray werkt bij de implementatie van het verdrag samen met het GehandicaptenPlatform Venray (GPV), een kleine groep actieve vrijwilligers. “Want als je iedereen mee wilt laten doen in de samenleving, moet je daar bij het maken van beleidsplannen al rekening mee houden”, zegt Jac Haegens, voorzitter van het GPV. “En daar heeft iederéén een rol in, niet alleen de beleidsmakers. Want natuurlijk moet je bij het inrichten van de openbare ruimte, en bij het bouwen van scholen en sportcentra, ervoor zorgen dat iedereen daar gebruik van kan maken. In scholen vind je bijvoorbeeld maar zelden een aangepast toilet. Dat zou eigenlijk allemaal vanzelfsprekend moeten zijn. Zo ver zijn we echter nog niet. Ook niet bij de bouw van openbare gebouwen en woningen. Er worden te vaak nog letterlijk drempels of hindernissen opgeworpen. Waarom, als je het met dezelfde moeite meteen gelijkvloers kunt maken?”
Het GPV laat dan ook geen kans onbenut om zijn visie te geven. Zeker bij nieuwe plannen, zoals bij de bouw van het Venrays Museum en de verbouwing van de schouwburg. “Beter vooraf de plannen bekijken dan achteraf constateren dat er iets niet klopt.” Maar het platform gaat ook zelf proactief aan de slag. Vorig jaar heeft het GPV bijvoorbeeld alle sportaccommodaties in Venrays bezocht. “Slechts één accommodatie voldeed voor 100 procent aan de norm”, vertelt Jac Haegens, “Niet dat het nou bij de rest kommer er kwel was, de meeste hebben de aanpassingen naar vermogen gedaan. In een oud gebouw kán vaak niet alles. De wil is er gelukkig wel.” Ook het winkelcentrum van Venray heeft de warme belangstelling van het GPV. “We letten continu op bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid. En wijzen de winkeliers op obstakels of hindernissen. Dat blijft nodig, want winkels staan vaak toch snel weer volgestouwd. Daar is nog veel te winnen”, vertelt Max van den Langenberg van het GPV. Hij vervolgt: “We starten binnenkort met een schouw van de Venrayse horecaondernemingen. Dat is ook in het belang van de horecaondernemer zelf. Bij het organiseren van een familie-uitje voor dertig mensen kies ik bijvoorbeeld niet voor een locatie zonder invalidentoilet. Dan mis je dus omzet. Er zijn trouwens ook maar weinig cafés waar je met een rolstoel aan de bar kunt zitten…!”
Dat het verdrag nu is bekrachtigd, wil nog niet zeggen dat de dagelijkse praktijk in een keer is veranderd. “Wij proberen in elk geval wel al vast zo veel mogelijk mensen ervan bewust te maken dat iedereen moet kunnen meedoen. Op een zo breed mogelijk front”, zegt Jac Haegens. “Dus niet alleen letten op drempels of de aanwezigheid van een rolstoeltoegankelijk toilet. Maar ook aandacht voor de gehandicapte medemens op het hele gebied van sport, toerisme, winkelen, onderwijs en samen activiteiten ontplooien. Want al ligt dat misschien niet direct voor de hand, iemand in een rolstoel kan best actief zijn binnen een voetbalclub. Clubs en verenigingen zijn zich daar vaak nog niet voldoende van bewust. Maar wij vinden dat zij ook in die zin een maatschappelijke taak hebben. Als de helft zich daar over een paar jaar van bewust is én ernaar handelt, hebben we al heel veel gewonnen. Want uiteindelijk begint ‘iedereen kan meedoen’ bij de plannenmakers – in dorpen en wijken, bij de gemeente, scholen, organisaties op gebied van mobiliteit en woningbouw, wijkcentra, clubs en verenigingen. Iedereen moet mee kunnen doen. En iedereen kan daaraan bijdragen.”
Meer weten?
Kijk op de website gehandicaptenplatformvenray.nl of zoek op internet op ‘VN verdrag gehandicapten’.