Foto: Weekblad De Terschellinger

De godfather
van de HT

In 2017 deed Jan ‘Olie’ Smit (63) voor de veertigste keer mee aan de HT-race en dat is niemand onopgemerkt gebleven. De eigenaar van de Schotse Vier werd vorig jaar tijdens de prijsuitreiking op een grote stoel richting het podium getild, om daar zijn ‘40e keer HT plaquette’ in ontvangst te nemen. Jan: “Ergens heb je wel een vermoeden dat ze wat gaan uithalen, maar dit had ik niet verwacht. Het was echt een verrassing!”

Vanaf de allereerste HT-race was hij erbij. “De zeevaartschool op Terschelling bestond 100 jaar en daarvoor moest iets georganiseerd worden”, vertelt Jan. “In de kroeg ontstond het idee om een roeiwedstrijd van Harlingen naar Terschelling te organiseren.” Er deden twee teams mee: team Oka 18 roeide tegen diverse leerlingen van de zeevaartschool. “In de Houtman en de Rijp”, voegt Jan toe. “Dat is wel al heel lang geleden, details van die race weet ik niet meer.”

Leeftijd

De kroegbaas roeide vanaf de tweede race met zijn eigen team Schotse Vier naar de overkant. “Ik heb altijd voorin gezeten en omdat ik er vanaf het begin al bij was, mocht ik die plek houden.” Jan vertelt dat hij de afgelopen vijftien jaar vaste stuurman van het team is. Hij vindt het een mooie plek om te zitten, maar het roeien was leuker. “Het is een leeftijd-dingetje”, zegt Jan lachend. Ze hebben een hecht team bij de Schotse Vier, zijn allemaal goed op elkaar ingespeeld. “Ik hoef maar naar mijn slagman te kijken en dan weet ik al wat hij bedoelt.”

Terugblikkend op alle races, vond Jan die in 2005 het mooist. “Dat was een spektakel. Er stond een vrij harde wind, uit het noordoosten. Tot kort voor de race was het spannend of het wel door zou gaan. De wedstrijd ging door, maar twee derde van alle deelnemende teams haalden de overkant niet.” Team Schotse Vier haalde de overkant wel. Jan vult aan: “Maar we hebben er ruim een uur extra over gedaan. In het Schuitengat stond een enorme golfslag, we maakten er een flinke klap water. Ik heb vanaf dat stuk tot aan de haven moeten pompen.”

Traditie

De HT-race blijft bijzonder, maar voor Jan is het inmiddels ‘gewoon’ een soort traditie geworden. Gekscherend wordt hij wel eens ‘de godfather van de HT genoemd’ en daarbij hoorde –na zijn veertigste race- natuurlijk een mooie entree naar het podium. De Terschellinger blijft er nuchter onder, maar verheugt zich wel weer op de komende race. “Als we oud & nieuw hebben gehad, begint het bij de hele ploeg weer te kriebelen. Dan worden de eerste vergaderingen alweer ingepland.” Met trainen beginnen Jan en zijn ploeg meestal in februari. Dit jaar startten ze iets later, omdat de haven half maart nog vol lag met ijs. “We kijken er weer enorm naar uit. En ach, zolang ze mij in die sloep kunnen dragen, kan ik blijven meedoen toch?”, besluit de stuurman lachend.

De ontwikkeling van Augmented Reality (AR) op het Maritiem Instituut Willem Barentsz

Anders dan Virtual Reality, waar je naar een virtuele kunstmatige omgeving kijkt, biedt Augmented Reality de veelbelovende mogelijkheid om waargenomen realiteit te ‘verrijken’ met synthetische informatie. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld de positie van gevaarlijke wrakken of ondieptes langs je koerslijn visueel te accenturen of bijvoorbeeld de schepen om je heen te voorzien van een visuele markering waarmee je snel een betrouwbaar overzicht krijgt van de voor jou belangrijke schepen.

Door middel van een zogenaamde Head Mounted Displa y (HMD) wordt dit gevisualiseerd. Deze HMD heeft twee oculairs die ongeveer 70% buitenlicht doorlaten en het restant kunnen gebruiken voor een synthetisch beeld als ‘video overlay’. Het zijn dus transparante oculairs. Op de foto’s is het prototype HMD te zien waarmee op dit moment geëxperimenteerd wordt. De verwachting is dat in de toekomst één of meerdere transparante LCD schermen gebruikt kunnen worden, zodat de wachtofficier (WO) dezelfde augmented functionaliteit heeft zonder een HMD te hoeven dragen.

De AR navigatietoepassing die op het MIWB ontwikkeld wordt beoogt de Situation Awareness te verhogen door de WO te ondersteunen met visuele, ‘augmented’, cues. Daarvoor wordt een interface gebouwd dat beschikbare informatie, zoals RADAR/ARPA, AIS en AtoN (betonning), verwerkt en selecteert, en daaruit een augmented overlay creëert dat in de HMD gevisualiseerd wordt. Met deze innovatie loopt het MIWB voorop in de wereldwijde ontwikkeling van navigatiehulpmiddelen. Omdat er geen vergelijkbare AR prototypes in omloop zijn moet het product vanaf de grond worden opgebouwd en ontwikkeld, hetgeen veel tijd en experimenteren kost. Stephan Procee, docent aan de zeevaartschool, initieert deze ontwikkeling als deeltijd PhD student aan de TU Delft. Studenten van het MIWB zijn bij deze ontwikkeling betrokken en doen op deelgebieden onderzoek. Op één van de MIWB brugsimulatoren wordt de bruikbaarheid van het ontwikkelde interface getest door middel van proeven waarin studenten individueel een scenario doorlopen. Afhankelijk van de snelheid en kwaliteit waarmee individuele proefpersonen de gesimuleerde omgeving herkennen, relevante elementen onderkennen en kunnen voorspellen wat er zal gaan gebeuren, wordt de bruikbaarheid van het ontwikkelde interface beoordeeld. De simulator functioneert dan als laboratorium waarin iedere deelnemer aan het experiment precies hetzelfde scenario krijgt voorgeschoteld. Uiteraard komt de proef op de som als de interface binnenkort in de werkelijkheid wordt getest. Er zijn immers geen vergelijkbare producten, we weten dus nog niet hoe deze interface functioneert bijvoorbeeld in alle soorten van daglicht. Evenmin weten we wat het effect zal zijn op de mens die onder alle omstandigheden twee beelden, realiteit en augmented overlay, met elkaar moet combineren. Gegeven het belang dat IMO en IALA hechten aan de ontwikkeling van e-Navigation, waarvan de human interface deel uit maakt, is het aannemelijk dat Augmented Reality in de toekomst een rol gaat spelen in het werk op de scheepsbrug.

_BT Clear