Rein Mulder, als vrijwilliger werkzaam bij de KNRM Harlingen, maakte praktisch vanaf het begin de HT-race mee. Als klein jochie mocht hij mee met zijn vader die als schipper van de Redding Maatschappij voer op de Twente. Zelf geroeid heeft hij de Koninginnerace niet, wel de Grachtenrace in Amsterdam. Als actief lid van de KNRM maakte hij de HT-race inmiddels zo’n achttien keer mee.

De race van 2005 was zwaar, maar er zijn wel meer zware races geweest, vindt Mulder. ‘’Zo’n moeilijke race heeft ook wel iets moois, dan weet iedere roeier weer waar hij staat. En als KNRM’er ben je nog scherper en alerter. Achteraf geeft het een voldaan gevoel dat je zo veel hebt kunnen doen.’’ De reddingsboten worden altijd verdeeld over ‘het veld’ en Mulder zat vorig jaar zelf in het achterste deel en voer pas de haven uit toen alle sloepen vertrokken waren. ‘’Tijdens de startprocedure kwam de eerste melding al binnen: aan boord van een damessloep was iemand onwel geworden. De arts aan boord van de reddingsboot heeft de patiënte aan wal gebracht en voor een ambulance gezorgd. Uit de weersvoorspelling was al duidelijk dat het een zware tocht zou worden.

Al gauw bleek dat achterblijvers ter hoogte van het vogeleiland Griend, ongeveer halverwege Harlingen en Terschelling, in de problemen zaten: ze waaiden naar lager wal. Omdat een reddingsboot weinig diepgang heeft, konden we de sloepen bereiken, ze weghalen en met de bemanning afzetten bij de betonningsboot. Doordat de kentering van het tij vroeger kwam dan verwacht, kreeg het grootste deel van de sloepen bij de Vliegstroom de stroom tegen. Bij het begin van het Schuitengat, waar het heel ondiep is, moeten de begeleidingsvaartuigen weg. Het gevolg was dat een groot aantal sloepen zich daar toen bij elkaar bevond en niet verder kon. Koude en buiswater eisten hun tol. We hebben daar als een bezemwagen al die sloepen weggehaald en afgezet bij het betonningsvaartuig. Sommige sloepen konden achter een politieboot gehangen worden en ook een mosselschipper bood zijn diensten aan.’’

Na de race van vorig jaar heeft de organisatie van de HT-race met de KNRM een evaluatie gehouden. Mulder noemt een aantal punten. ‘’Om de communicatielijnen tussen de KNRM en de wedstrijdleiding korter te maken komt er op het wedstrijdschip een afgevaardigde van de KNRM die als coördinator kan optreden. Verder hebben we als aanbeveling aan de organisatie meegegeven dat iedere roeier naast een thermodeken ook een muts mee moet nemen. Het meeste warmteverlies gaat immers via het hoofd. Nog een verbeterpunt voor de situatie bij het Schuitengat: de begeleidingsschepen zouden pas in een later stadium bij de sloepen weg moeten.’’ Mulder kijkt tevreden terug op het evaluatieoverleg en optimistisch vooruit naar de komende race. ‘’Ik hoop op een mooie, maar ook wel zware race, die alle roeiers kunnen uitroeien.’’

1977

1984