Tips van Jong Nederland:

Om alleen te doen:

_BT Clear

Hoe oud is die boom

Nodig: touw en een centimeter.
De jaarringen van een boomstam tellen is één manier om er achter te komen hoe oud een boom is. Je hoeft echter geen boom om te zagen, er is een nog eenvoudiger methode om de leeftijd van een boom te achterhalen. Neem een stuk touw en span dit rond de boomstam op ongeveer 1,5 meter van de grond. De lengte van het stuk touw dat je nodig hebt om de stam te omspannen, meet je na. Het aantal centimeters deel je vervolgens door 2,5 en je hebt het aantal jaren. Let wel, dit is een schatting, want sommige bomen zoals populieren, groeien sneller en eiken en paardenkastanjes
bijvoorbeeld groeien juist langzaam.

De hoogte van een boom

Nodig: een stok
Je kunt ook achterhalen hoe hoog een boom is. Zoek een stok die de lengte heeft van je gestrekte arm. Hou die stok verticaal met gestrekte arm voor je uit. Ga vervolgens op zo’n afstand van de boom staan, dat de top en de voet van de boom samenvallen met respectievelijk de boven- en onderkant van de stok. De afstand tussen de plaats waar je staat en de boom is nu gelijk aan de hoogte van de boom. Die afstand kun je meten door het aantal voetstappen tot aan de boom te vermenigvuldigen met de lengte van één zo’n voetstap.

Boompaspoort maken

Nodig: een mobiele telefoon, papier of een schrift, schorsafdruk en gedroogde bladeren
Zoek in het bos een lievelingsboom uit. Van die boom wordt een boekje gemaakt. Dat kun je digitaal op je telefoon maken of op papier. Op de voorkant komt een tekening van de boom. Ook de naam van de boom komt in het boekje. Als de naam niet bekend is, kun je ook een eigen naam aan de boom geven. In het boompaspoort schrijf je ook de hoogte van de boom en de dikte. Ook de schors kan als een ‘vingerafdruk’ een plaats krijgen naast de afdruk van een boomblad of een gedroogd blad van de boom. Schrijf ook in het boekje in welk land de boom voorkomt en hoe de omgeving van de boom eruit ziet. Teken of geef een omschrijving van de planten in de buurt van de boom en wat voor dieren er in en om de boom leven.

Natuurschilderij

Met heel veel voorwerpen uit de natuur kun je schilderijen maken. Gebruik stevig karton en goede lijm en dan kun je met zonnebloempitten, zaden, kleine steentjes, takjes, bladeren, eikeldopjes, veren, gedroogde bloemen, dennenappels –of losse schubben ervan-, zand -dat je eventueel met krijtpoeder kleurt- en schelpen afbeeldingen maken. Om het schilderij heen kun je een lijst maken, ook op stevig karton of van hout.

Bomenkunst

Nodig: papier of karton, lijm, scharen, natuurmaterialen.
Op papier of karton maak je een eigen boom. Dat doe je door bladeren, takken, mossen en meer materialen die je in het bos vindt op hun karton te lijmen. Let op de hoeveelheid bladeren en de bast van de stam. Is de stam dik of dun? Kort of lang? Staan de wortels volledig in de grond of zie je ze een beetje boven de grond uit komen? En is de kroon groot of klein? Hoe zien de bladeren er uit? Zitten er zijtakken aan de boom? Zijn die recht of krom? Je kunt de boom ook driedimensionaal laten maken. Dan kun je met behulp van ijzerdraad en touw en grotere takken een echte boom maken met natuurmaterialen. Je moet dan wel zorgen voor een stevige ondergrond.

Bladtekening

Nodig: papier, wasco-krijt en verschillende bladeren.
Leg de verschillende bladeren onder het papier. Houd het papier stevig vast, zodat het niet kan verschuiven. Wrijf met wasco op het papier over het blad, zodat je op het papier de structuur van het onderliggende blad ziet verschijnen. Vul het papier met bladeren in verschillende kleuren. Daarna kun je het papier eventueel gebruiken om andere dingen mee te versieren.

Voeldoos maken

Nodig: knutselmaterialen, dozen en natuurvoorwerpen.
Neem een doos. Maak er een gat in, waardoor je met je hand binnenin kunt voelen. Plaats nu natuurvoorwerpen in de doos die een speciale tastbeleving geven, bijvoorbeeld die supergladde steen of dat ‘krokante’ blaadje. Je kunt er ook een spel van maken. Of je maakt één voeldoos maar met twee vakken en twee gaten. Plaats in elk vak dezelfde voorwerpen. Wie haalt het eerst twee stenen of twee takjes uit de voeldoos?

_BT Clear

Om samen te doen:

Grappige speurtocht

Een grappige speurtocht waarbij oplettendheid gevraagd wordt, is de volgende. Maak twee groepjes. Het ene groepje gaat linksom en het andere rechtsom een speurtocht uitzetten. Elk groepje hangt langs de route vreemde, niet-passende voorwerpen in de bomen, struiken en hagen; appels in een sparrenhaag, gekleurde papieren bladeren aan de struiken, knuffelbeesten in de bomen en zo meer. Hoeveel ‘onnatuurlijke’ voorwerpen weet het ene groepje van het andere groepje te benoemen?

Levensgrote katapult

Voor dit spel heb je een open plek tussen en rond twee bomen nodig. Bevestig een stevig stuk elastiek om de boomstammen. Even testen of de kracht van het elastiek voldoende is, anders het elastiek dubbel of tweedubbel toepassen. In het midden tussen de bomen wordt het elastiek vastgemaakt aan de boven- en onderkant van een jute zak.

De katapult is nu klaar. Even oefenen met een plastic bal hoe de spankracht is. Plaats op een afstand tussen de vier en tien meter een toren van acht stevige dozen. Een groepje zijn de torenwachten. Het andere groepje zijn de ridders en om beurten mogen de katapult op de toren schieten. Na een tijdje worden de rollen gewisseld. Welk groepje de meeste kartonnen dozen omver weet te schieten is de winnaar.

Boomtikkertje

Zoek een plek in het bos waar je gemakkelijk kunt hollen, waar de bomen niet te ver uit elkaar staan en geen al te dikke stammen hebben. Hier kan tikkertje gespeeld worden. Spelers die als een koalabeertje aan een boomstam gaan hangen (armen en benen rond de stam geklemd), mogen niet getikt worden.

Ideeën en tekst: JongNL Limburg. Kijk op jongnl.nl

_BT Clear

_BT Clear