Vanaf 1 januari 2015 verandert er veel in de zorg. De verzorgingsstaat, waarbij de overheid veel zorg subsidieerde, is in de huidige vorm niet langer betaalbaar. Bovendien werd het systeem steeds bureaucratischer en ingewikkelder, terwijl burgers steeds individueler en autonomer werden. Toch blijft goede zorg nodig, of je nu jong bent of oud. Om de zorg weer dichterbij de mensen te brengen en de kosten terug te brengen, komt de verantwoordelijkheid voor de zorg bij gemeenten te liggen. Veel gemeenten in Nederland, ook Amersfoort, kiezen voor wijkteams om die zorg uit te voeren. Met de komst van wijkteams houdt het CJG in Amersfoort vanaf 1 januari op te bestaan.
Kracht van het wijkteam
Jeannette Vader is projectleider van de wijkteams in Amersfoort. Over de kracht van het wijkteam hoeft zij niet lang na te denken:
Jeannette: “In het nieuwe stelsel wordt er van burgers meer gevraagd om naar elkaar om te zien. De wijkteams zijn er zo snel mogelijk bij om problemen zo klein mogelijk te houden, maar dat neemt niet weg dat mensen veel meer voor elkaar moeten betekenen dan nu het geval is.
Wij krijgen soms de ene maand een aanmelding van zus A die bepaalde problemen heeft in haar gezin, en de maand daarop van zus B met soortgelijke problemen, terwijl ze niet van elkaar weten dat deze problemen spelen. Terwijl ze zoveel voor elkaar zouden kunnen betekenen! En wie
heeft er nooit eens problemen met zijn puberkinderen? We zijn de afgelopen jaren gewend om overal professionals voor in te schakelen, maar dat is
lang niet altijd nodig.”
Hoe werkt het wijkteam?
In een sociaal wijkteam werken verschillende professionals samen om ondersteuning te bieden aan alle inwoners van een bepaalde wijk, zowel jong als oud. Het team bestaat uit minimaal acht en maximaal dertien personen. In het team zitten altijd professionals met verstand van jeugdhulpverlening en opvoedingsondersteuning, van psychische stoornissen, van verstandelijke beperkingen, van ouderenzorg en van veiligheid en kindermishandeling. De rest van de teamsamenstelling kan verschillen. In een wijk waar relatief veel ouderen wonen, kan het nodig zijn dat er meer teamleden zijn met verstand van ouderenzorg. In wijken met jonge gezinnen zal er bijvoorbeeld meer nadruk liggen op jeugdhulpverlening. Ook wordt geprobeerd cultuursensitief te werken; dat betekent dat ze rekening houden met wat in bepaalde culturen belangrijk is.
“Veel vragen of problemen kunnen worden opgelost met hulp van mensen uit het eigen netwerk”, zegt Jeannette Vader. “Dat netwerk is vaak groter dan je denkt. Denk bijvoorbeeld aan je buren, vrienden, familie, sportvereniging, bevriende ouders van het schoolplein, de kerk of moskee, of collega’s van je (vrijwilligers)werk. Je kunt ook altijd binnenlopen bij de STIPS in de wijken Schuilenburg, Kruiskamp, Soesterkwartier, Liendert en Hoogland. En uiteraard kun je terecht bij je huisarts.”
Nadat iemand telefonisch of per e-mail contact legt met het wijkteam, volgt een afspraak bij de mensen thuis. Het wijkteam werkt in duo’s. “In principe bieden we hulp achter de voordeur. Alleen als er gegronde redenen zijn om niet bij mensen thuis af te spreken, bijvoorbeeld om veiligheidsredenen, kiezen we voor een andere locatie”, aldus Jeannette.
Omslag in het denken
Jeannette Vader: “De verandering die eraan komt, is groot, maar ik geloof in de kracht ervan. In de huidige situatie doen we er als hulpverleners te lang over om mensen effectief te helpen. Ik denk dat wijkteams een antwoord kunnen zijn op die situatie, juist doordat we achter de voordeur samenwerken met mensen. Daardoor houden mensen zelf de regie over hun leven, maar zijn we er wel snel genoeg bij om te ondersteunen. Het vraagt om een omslag in ons denken, maar het is eigenlijk veel fijner om dingen zelf te kunnen doen, eventueel met hulp uit je netwerk. Het herstelt je in je waarde als je iets kunt betekenen voor een ander. Er weer zíjn voor elkaar, daar worden we met elkaar rijker van.”